Een kopje Douwe Egberts op weg naar Skaftafell
Hallo allemaal, het gaat allemaal heel goed. Vanuit Kirkjubærklaustur met een stralende zon vertrokken. Het was echt genieten. Aan de ene kant de bergen en aan de andere kant de oceaan. Ik had een heerlijk windje in de rug en met korte broek en korte mouwen was het fris maar heerlijk. Na ongeveer 25 km had ik behoefte aan een kopje koffie.Ik zageen parkeerplaats en besloot daar te stoppen. Op de parkeerplaats stond een Nederlands busje. Een echtpaar begroette me en toen ze hoorde dat ik ook Nederlandse was werd ik lekker op de koffie uitgenodigd. Een echt Hollands bakkie Douwe Egberts, vers gezet.
We hebben een uurtje daar gezeten en het werd een geanimeerd gesprek. Karin en Jan, want zo heetten ze, kwamen uit Amsterdam en dat was ook wel echt te horen. Met foto´s nemen namen we afscheid.
Ik bekeek even het kerkje in Núpastaður, een kerkje nog kleiner dan mijn slaapkamer met gras op het dak. Ik reed weer verder. Voor me lag de Skeidarásanður. Een grote spoelvlakte van de Vatnajökul, 29 km lang. En voor me niet alleen die eindeloze vlakte maar ook een dik regenfront. Alles werd aangetrokken, mp3-speler, om te "overleven"opgezet en met het verstand op nul en een blik op oneindig ging ik de uitdaging aan. Geen plaats om te schuilen, wind tegen. Het is een aardige krachtmeting geweest van 3 uur lang maar dat is zo vergeten als je in Skaftafell aankomt. Een nationaal park. Op de camping dropen langzaam alle andere verzopen fietsers binnen. En toen brak de zon door. Dat was echt een cadeautje.
Na een heerlijke pasta maaltijd ben ik nog een wandeling van anderhalf uur gaan maken naar Svartifoss, een waterval die over een basaltblokken muur valt. Heel imposant.
En toen vroeg naar bed, wat slaap je dan goed.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}